Tim Burton werd alleen nerveus toen hij een van zijn films aan deze persoon liet zien

In dit artikel:

Tim Burton, de maker van onder meer Beetlejuice en Edward Scissorhands, bekende dat hij zelfs tijdens zijn succesvolle periode nog nerveus kon zijn — vooral toen hij zijn versie van Charlie and the Chocolate Factory aan Roald Dahls familie moest laten zien. In 2005 regisseerde Burton de muzikale fantasyfilm waarin Johnny Depp Willy Wonka speelt; Freddie Highmore, Helena Bonham Carter, Christopher Lee, Noah Taylor, David Kelly en Deep Roy completeerden de cast. Het verhaal is gebaseerd op Dahls boek uit 1964 en volgt het jongetje Charlie dat samen met vier andere kinderen een rondleiding krijgt door Wonka’s fabriek. Eerder was het boek al verfilmd in 1971 met Gene Wilder.

Burton koos bewust voor echte decors en praktische effecten in plaats van veel CGI: hij wilde de texturen en tastbaarheid van Dahls beschrijvingen op het doek terugzien. Die aanpak droeg bij aan de positieve kritieken en het commerciële succes van de film. Toch voelde Burton meer spanning om de film aan de familie van Roald Dahl te tonen dan aan de studio, omdat het materiaal hun “kind” was; Dahl zelf keurde de eerste verfilming af en overleed in 1990, waarna zijn weduwe Felicity de rechten beheerde en Burton steun gaf tijdens het maakproces.

De productie kende een lange geschiedenis: al sinds de jaren negentig circuleerden plannen voor een nieuwe adaptatie met wisselende regisseurs en kandidaten voor Wonka, maar uiteindelijk leverde Burton een afgeronde film af. Charlie and the Chocolate Factory is sindsdien beschikbaar op platforms als Netflix en Prime Video.