The Mastermind
In dit artikel:
Framingham, een gewone provinciestad in Massachusetts rond 1970, is het decor van Kelly Reichardts nieuwe film The Mastermind. In het centrum staat James (Josh O’Connor), een dertiger met vrouw en twee schoolgaande zoons, die in zijn hoofd een plan smeedt om het lokale Framingham Art Museum te beroven. Het doel is niet zomaar kunst: hij wil werken van Arthur Dove, de Amerikaanse modernist van abstract-semi‑spirituele schilderijen. James profileert zich als het brein — bedenker, niet uitvoerder — en laat het vuile werk over aan handlangers; zijn beweegredenen en innerlijke gesteldheid blijven geleidelijk zichtbaar naarmate het plan hapert en hij moet improviseren.
Reichardt schildert de jaren zeventig niet als flamboyant tijdperk maar als een wereld van alledaagsheid: versleten tuinhekjes, houten knijpers aan de waslijn en donuts in een papieren zak. Die aandacht voor triviale details bepaalt de toon van de film en contrasteert met de gebruikelijke retro‑glans van veel period pieces. Net als in haar eerdere werk (Certain Women, First Cow, Wendy and Lucy) hanteert ze een ingetogen, gecontroleerde stijl: informatie over personages en motieven ontvouwt zich langzaam, niet via expliciete expositie maar door wat wordt getoond.
Thematisch sluit Reichardt aan bij filmmakers als Robert Bresson: interesse in processen en in hoe handelingen tot stand komen. Waar Bresson sociale en morele ontledingen benadert met afstand, volgt Reichardt nauwkeurig zowel de routine van haar personages als de technische ingrediënten van het misdrijf — hoe plan je een roof, hoe werk je bij elke onverwachte wending bij? Die registratie is tegelijk droogkomisch en scherpzinnig; de film heeft een vileine, subtiele ironie die pas helemaal aan het eind zijn volledige lading krijgt.
The Mastermind toont James als een amateur in een rol die hij mooi vindt — het brein — terwijl Reichardt zelf de meesterlijke regisseur blijkt die haar materiaal tot in kleine details beheerst. Emotioneel resoneert de film ondanks (of dankzij) haar afstandelijke observatie; het is een zorgvuldig opgebouwde, geestige en meedogenloze studie van ambitie, verveling en de theatrale illusie van controle.