Miroirs No. 3
In dit artikel:
Christian Petzold brengt met Miroirs No. 3 een sobere, psychologische spookvertelling die zich afspeelt in het Duitse achterland nabij de Poolse grens en in Berlijn. Hoofdpersoon is conservatoriumstudente Laura (Paula Beer), die na een vreemde auto-ongeluk — waarbij haar vriend omkomt en zij nagenoeg ongedeerd blijft — wordt opgenomen door de zorgzame Betty (Barbara Auer). Bettys gezin, waaronder garagehouder Max (Enno Trebs) en haar man (Matthias Brandt), draagt zichtbaar oud trauma; in het dorp ontstaan vage verdenkingen richting de familie. Een terugkerend beeld is een garage waar auto’s onvindbaar gemaakt worden door het GPS-signaal te verstoren, een klein maar suggestief detail over het verdwijnen en verbergen.
Petzold kiest voor een ingetogen toon: veel kleine, alledaagse taferelen (tuinhek schilderen, pruimentaart eten, fietstochten door korenvelden) maskeren een verstikkende rouw. De film speelt met spookachtige motieven — een in het begin verrassend beeld van een figuur op een paddleboard en verwijzingen naar het Griekse dodenrijk — maar laat die symboliek vaker onbeantwoord en onontgonnen. Ook zijpaden met thrillerachtige inslag (jectie van de familie als mogelijke dader) blijven grotendeels onbenut en voelen als stijlmiddelen die niet helemaal worden uitgewerkt.
Acteerwerk vormt de sterkste troef: Auer en Beer creëren een geloofwaardige, zij het onconventionele moeder-dochterband. Toch wringt de plot zodra Laura ‘de waarheid’ ontdekt; die onthulling veronderstelt volgens de recensent een onwaarschijnlijke naïviteit bij haar personage. Muzikaal sluit de film af met Ravels Miroirs No. 3, waarvan de golvende arpeggio’s een kunstmatige zuivering suggereren die weinig overtuiging oproept.
In context staat Miroirs No. 3 naast Petzolds eerdere elementenfilms Undine (water) en Roter Himmel (vuur) en zou het de ‘luchtfilm’ kunnen zijn — al zei Petzold zelf dat dit ook het begin kan markeren van een nieuwe reeks over benauwde families. De film toont mooie beelden en sterke spelprestaties, maar blijft inhoudelijk te mager om het spookmotief en de emotionele catharsis bevredigend te verzilveren.