Julia Ducournau over Alpha

woensdag, 1 oktober 2025 (15:45) - Filmkrant.nl

In dit artikel:

Julia Ducournau levert met Alpha een persoonlijk, intense terugblik op de aids‑crisis die haar kindertijd in de jaren tachtig en begin jaren negentig kleurde. De film, in première gegaan in de hoofdcompetitie van Cannes, sluit thematisch aan op haar eerdere werk (Raw, 2017; Titane, 2021) maar kiest bewust voor een andere toon: minder spectaculaire bodyhorror, meer familiedrama en een beschouwing van collectieve angst en stigmatisering.

In Alpha wordt een dodelijke, via bloed overgedragen ziekte afgebeeld door slachtoffers langzaam in marmer te laten veranderen — een metafoor voor dood en stilstand. Ducournau zegt dat het haar niet om de medische kant van een specifiek virus gaat, maar om hoe angst zich als een besmettelijke kracht door de samenleving verspreidde en ook kinderen besmette. De film toont hoe die angst gemeenschappen uiteenrijt, hoe op school verdenking en uitsluiting ontstaan, en hoe families worstelen tussen zorg voor zieken en het beschermen van jonge kinderen.

De tijdsprongen — van begin jaren tachtig naar de vroege jaren negentig en terug — en de verschillende visuele stijlen moeten de poreuze, niet-lineaire aard van trauma voelbaar maken. Warme, nostalgische kleuren en wegwerpcamera‑esthetiek representeren een nog samenhangende samenleving; latere scènes werken met koude, metaalachtige tonen om fragmentatie, wantrouwen en eenzaamheid te tekenen. Ducournau benadrukt dat ze de afstand die genre vaak biedt wilde stukgooien: de ziekte mag niet functioneren als sensatie, de zieke personages worden getoond als mensen die zorg nodig hebben of zelf keuzes maken.

Alpha speelt voor het eerst in Ducournaus oeuvre expliciet in een migrantenmilieu: haar moederskant is Kabylisch, en het familiekader diende voor haar als logisch decor voor een verhaal over geborgenheid en liefde die taal en culturele verschillen overstijgen. De cast bevat nieuw talent Mélissa Boros, Golshifteh Farahani en vooral Tahar Rahim, wiens fysieke transformatie als de uitgemergelde oom veel aandacht kreeg. Op de set werd extra zorg genomen: voedingsdeskundigen en een cardioloog hielden zijn conditie in de gaten, en een psycholoog werkte met de jonge actrice om huilscènes op een ethisch verantwoorde manier tot stand te brengen.

Alpha stuit op verdeeldheid bij recensenten — sommige vakbladen noemen de film overweldigend of te ver gaan, anderen prijzen juist de ingetogenheid — maar controverse is Ducournau niet vreemd; Titane leverde haar in 2021 de Gouden Palm op ondanks gemengde reacties. Zij verzet zich tegen de kwalificatie van Alpha als louter “genrefilm” en zegt dat haar bedoeling fundamenteel emotioneel en empathisch was: “De angst doordrong alle lagen van de samenleving,” aldus een van haar kernobservaties in Cannes.

Die persoonlijke lading reikt verder dan familiegeschiedenis: Ducournau verbindt het onvermogen van de samenleving om te rouwen of verantwoordelijkheid te nemen met het doorgeven van trauma aan volgende generaties. Als er geen collectief herstel, excuses of vergeving komt voor de manier waarop destijds met zieken en hun naasten werd omgegaan, blijft volgens haar de ergste verwonding verborgen en werkt die door in hoe kinderen hun lichaam, seksualiteit en elkaar leren zien.

Alpha is daarmee zowel een esthetische onderneming — met sterke beeldkeuzes en een niet‑conventionele narratieve opbouw — als een morele aanklacht en een poging tot empathisch herstel: een persoonlijke memoire gefilterd via symboliek en familiegeschiedenis, die de kijker dwingt te kijken naar de sociale gevolgen van pijn, angst en verwaarlozing.