Dit is het akelige waargebeurde verhaal achter de nieuwe film 'The Conjuring: Last Rites'

In dit artikel:

Twaalf jaar nadat The Conjuring het moderne horrorgenre op zijn kop zette en een uitgebreid spin-off-universum lanceerde, draait deze week The Conjuring: Last Rites in de bioscoop — aangekondigd als de laatste film over de paranormale onderzoekers Ed en Lorraine Warren (gespeeld door Patrick Wilson en Vera Farmiga). De nieuwe film baseert zich op de beruchte zaak van de familie Smurl uit Pennsylvania.

Het verhaal speelt zich af in 1986, vijf jaar na de gebeurtenissen uit The Devil Made Me Do It. De Warrens overwegen te stoppen met hun werk, maar besluiten nog één keer in te grijpen wanneer de Smurls wanhopig om hulp vragen. De familie was in 1976 in een duplex gaan wonen; pas in 1985 traden de eerste verontrustende incidenten op, te beginnen met het onverwacht vallen van een lamp op een van de dochters. In de anderhalf jaar daarna escaleerden de verschijnselen: angstaanjagende kreten, vreemde geuren, hun Duitse herder die tegen de muur werd gegooid, dochters die van de trap werden geduwd en beschuldigingen van seksuele misbruik door een demon.

Bij hun onderzoek concludeerden Ed en Lorraine dat het huis beheerst werd door vier entiteiten — de geesten van een oude vrouw, een gewelddadig meisje, een man die in het huis was overleden, en een demon die de andere geesten gebruikte om de familie te terroriseren. De definitieve bevrijding bleek uiteindelijk echter het werk van een lokale pastoor; het gezin verhuisde een jaar later. De Smurl-zaak blijft een van de bekendste — en omstreden — spookverhalen uit de Warrensarchieven en vormt het dramatische uitgangspunt van Last Rites, dat de saga van het duo afsluit.