Deze overleden 'Star Wars'-acteur maakte in 1977 een onwaarschijnlijke deal van $100 miljoen

In dit artikel:

Alec Guinness, de klassiek opgeleide Oscarwinnaar van The Bridge on the River Kwai, stond aanvankelijk sceptisch tegenover het Star Wars-scenario van George Lucas en zag het als een B-film. Lucas vond echter dat alleen een gerespecteerde acteur als Guinness het verhaal gewicht kon geven en schakelde hem in voor een kleine rol van ongeveer twintig minuten. In 1976 accepteerde Guinness een hoge gegarandeerde vergoeding van 150.000 dollar, maar eiste bovendien een percentage van de opbrengsten — een ongebruikelijke eis in die tijd. Uiteindelijk werd hem 2% van de omzet toegezegd; Lucas voegde daar nog 0,25% van zijn eigen bonus aan toe.

Toen Star Wars in 1977 in enkele theaters opende, groeide het binnen weken uit tot een enorm kassasucces (de opbrengst liep snel op richting honderden miljoenen dollars). Dankzij de contractclausule die ook heruitgaven, bundels en merchandise omvatte, leverde die kleine procentpositie Guinness niet alleen een eenmalige bonus van zo’n 7 miljoen dollar op in de beginfase, maar uiteindelijk bijna 100 miljoen dollar bij zijn overlijden in 2000. Het verhaal illustreert hoe belangrijk achter-de-schermen onderhandelingen kunnen zijn en waarom één ogenschijnlijk kleine rol financieel enorm kon uitpakken.