Deze geliefde James Bond-acteur ging heel ver met zijn eigen stunts: "Nog steeds last van"
In dit artikel:
Daniel Craig’s fysieke inzet voor de rol van James Bond kostte hem fors: vanaf zijn Bond-debuut in 2006 veranderde hij het personage met een rauwere, meer lichamelijke aanpak, maar die keuze leverde een rij blessures op. Tijdens de opnames van Casino Royale brak hij zijn tanden in een vechtscène in Praag. In Quantum of Solace raakte hij een deel van een vinger kwijt bij een stunt, en hij liep een gescheurde pees in zijn schouder op die een operatie nodig had. Ook tijdens latere films zoals Spectre ontstonden knieblessures die de productie tijdelijk stillegden.
Craig legde uit dat hij zijn eigen stunts bleef doen omdat dat de scènes geloofwaardiger maakte: "Ik denk dat het alleen maar geloofwaardiger overkomt als je het gevaar ook echt voelt." De tol was echter serieus: gebroken ribben, verrekte spieren, beschadigde knieën en zelfs symptomen van posttraumatische stress door jarenlange fysieke belasting. Die opeenstapeling van kwalen droeg bij aan zijn besluit om uiteindelijk te stoppen als 007.
Terwijl veel voorgangers regelmatig stuntprofessionals inschakelden, stond Craig erop het werk zelf te doen en veranderde daarmee het beeld van Bond op het witte doek — zowel artistiek als in fysieke prijs. Zijn vertolking oogstte lof, maar de persoonlijke consequenties waren groot.