De grote samenwerking tussen Ben Affleck en Christopher Walken viel compleet in duigen: "Ontslagen en film afgekapt"

In dit artikel:

Als jonge acteur uit Boston stond Ben Affleck eind jaren tachtig aan het begin van zijn carrière en deed hij samen met vriend Matt Damon audits in New York. In die periode kreeg hij een hoofdrol aangeboden in een commerciële, Crocodile Dundee-achtige speelfilm: het verhaal zou gaan over een Inuit die naar New York komt en vriendschap sluit met een tiener — Affleck zou die tiener spelen. Christopher Walken, al een Oscarwinnaar en bekend om zijn excentrieke aanwezigheid, was gecast als de vaderfiguur à la een vastgoedmagnate (in de tekst aangeduid als een Trump-achtig personage).

De productie liep echter al na twee draaidagen spaak. Komiek Sam Kinison, die de mentor/komische rol had, gedroeg zich volgens betrokkenen steeds onredelijk en stond onder invloed van cocaïne; zijn eisen voor scriptwijzigingen en zijn gedrag leidden ertoe dat hij werd ontslagen en de film werd stopgezet. Kinison, vooral bekend om zijn bombastische stand-up en scherpe, provocatieve podiumoptredens, zou enkele jaren later (1992) omkomen bij een auto-ongeluk.

Het afgebroken project betekende een gemiste kans om Affleck en Walken voor het eerst samen op het scherm te zien — met Walkens reputatie en flair had het personage waarschijnlijk veel opgeleverd — maar het incident had geen zichtbare negatieve gevolgen voor hun carrières. Affleck zou later faam verwerven als acteur, scenarioschrijver en regisseur (onder meer Good Will Hunting), en Walken bleef een gevierde karakteracteur met opvallende rollen en cameos.

Kortom: een vroeg, veelbelovend filmproject uit de late jaren tachtig met Affleck, Walken en Kinison werd vroegtijdig gestopt door het onvoorspelbare gedrag van Kinison, waardoor een interessante samenwerking nooit van de grond kwam maar geen blijvende schade aan de betrokken carrières toebracht.